Standaard Streekbussen met
Van Rooij
en carrosserie
1971-1980
TERUG/BACK/RETOUR

De Zuid-Limburgse particuliere busbedrijven kochten in de zestiger jaren hun lijnbussen bij Domburg (Meussen, Mulder), Kusters (De Valk, EBAD en IAO-Romkes) en Van Rooijen (IAO-Van Kan). Kusters viel in 1967 weg als leverancier en Domburg concentreerde zich steeds meer op het aanpassen van Mercedes bussen. De EBAD en IAO-Romkes kochten enkele Leyland-Verheul standaardbussen, maar toen ook Verheul eind 1970 wegviel als leverancier werden standaardbussen besteld bij Domburg en Van Rooijen. Blijkbaar wilde men zich onderscheiden van de LTM, eigendom van de NS, die Den Oudsten bussen kocht.

Van Rooijen bouwde in de periode 1971-1976 25 standaard streekbussen voor een viertal Zuid-Limburgse busbedrijven: de EBAD uit Beek, Meussen uit Maastricht, IAO-Van Kan uit Nieuwenhagen en IAO-Romkes uit Eijgelshoven. In 1980 werden nogmaals 2 bussen gebouwd voor Onze Tram in Rossum, een Brabants particulier bedrijf dat voor zijn toerbussen een vaste klant van Van Rooijen was. Van deze 27 bussen werden er 9 op DAF MB200 chassis gebouwd en 18 op Leyland LVB668 chassis. De twee DAF's van OT hadden een DKL1160 motor, de andere DAF's hadden een DKDL1160 motor. De meeste Leylands hadden een in Nederland door Verheul geassembleerd chassis met de betiteling Leyland-Verheul LVB668. De drie in 1976 geleverde exemplaren hadden wel hetzelfde chassis, maar dit was geassembleerd door Leyland België waarbij Verheul uit de naam was geschrapt. Uiterlijk waren deze bussen vrijwel identiek aan de door Den Oudsten gebouwde exemplaren. De DAF's hadden een wat andere grille en alle bussen kregen deuren die rechte hoeken hadden in plaats van de afgeronde, terwijl de eerste 3 bussen een geheel ander type deuren hadden. Het schijnt dat Van Rooijen geen toegang tot de constructietekeningen had en de bussen zo goed mogelijk nabouwde. Ook zijn er wat detailverschillen tussen de verschillende geleverde series.

Op 4 stuks na kwamen de 25 Limburgse bussen bij het Verenigd Streekvervoer Limburg terecht toen de privebedrijven overgenomen werden tussen 1978 en 1986. Ze werden afgevoerd in de periode 1983-1989, zodat ze gemiddeld maar zo'n 12 jaar in dienst bleven. Administratief kregen deze bussen ook centrale nummers. Maar liefst 15 stuks werden door het VSL doorverkocht naar Zaire. De 2 bussen van Onze Tram gingen in 1983 over naar de BBA, waar een exemplaar in 1991 werd afgevoerd na een ongeval en het andere in 1995 werd ingeruild bij Den Oudsten, na eerst nog verhuurd te zijn geweest aan De Scheldestroom en Carlier.

De meeste Van Rooijen standaard streekbussen werden in de standaard gele kleur geleverd. Alleen de IAO 44 en 46 waren aanvankelijk in de rood-gele IAO-kleuren. Ook hadden de EBAD bussen lichtblauwe in plaats van grijze schortplaten. De bussen hadden geen standaard interieur maar een ander type banken. Ze hadden allemaal een smalle voordeur. De eerste bus, de IAO 44 uit 1971 had een smalle middenuitstapdeur en had klapdeuren in plaats van de naar buiten zwaaiende standaarddeuren. De volgende 2 bussen, de IAO 46 en de Meussen 37 uit 1972 hadden ook deze deuren maar hadden een smalle uitstapdeur achter de achteras. De andere bussen hadden de naar buiten zwaaiende standaarddeuren. De IAO 37 en de Meussen 41 uit 1974 hadden weer een smalle uitstap achter de achteras, de andere bussen hadden de gebruikelijke brede middenuitstap. De Meussen 41 was overigens een interessante bus. Hij was ingericht voor het vervoer van kleuters van het kinderdagverblijf Kleuterdal en had daarvoor 86 zitplaatsen. Normale lijndienst rijden kon dus niet.

De ex IAO 46 heeft nog jaren als modeshowwagen gereden voor ROLEV-mode uit Udenhout en de IAO 44 werd omgebouwd tot camper, maar voor zover bekend zijn alle Van Rooijen standaardlijnwagens inmiddels verdwenen.

KLIK HIER VOOR EEN BOUWLIJST

DAF MB200DKDL600 -Van Rooijen
IAO 44: DAF MB200DKDL600 -Van Rooijen, 1971
De IAO 44 uit 1971 was de allereerste Van Rooijen standaard streekbus. Hij kreeg klapdeuren en een smalle uitstap. Deze bus werd nog in de IAO kleuren rood-geel geleverd en werd pas later streekgeel geschilderd. In mei 1986 werd hij verkocht als camper.
IAO 46: DAF MB200DKDL600 -Van Rooijen, 1972
De IAO 46 en Meussen 37 uit 1972 werden door Van Rooijen met opeenvolgende bouwnummers gebouwd en waren waarschijnlijk tegelijk besteld. Deze bussen hadden klapdeuren, net als Van Rooijen's eerste standaard streekbus, de IAO 44, maar in tegenstelling tot deze kregen ze een achteruitstap. De IAO 46 werd geleverd in de rood-gele IAO-kleuren en pas later streekgeel verschilderd. Hij had ook wat extra sierstrips maar was verder gelijk aan de Meussen 37. Deze bus bleef bij de IAO en werd in februari 1984 afgevoerd.
Meussen 37: DAF MB200DKDL600 -Van Rooijen, 1972 (later VSN/ESO nr 6004)
De Meussen 37 is gelijk aan de IAO 46 waarmee hij in serie werd gebouwd. Hij heeft ook klapdeuren en de uitstap achterin. Hij ging in 1980 naar het VSL en kreeg nummer 2-274. Het administratieve ESO nummer was 6004. Toevallig werden de IAO 46 en de ex Meussen 37 tegelijk afgevoerd, in februari 1984.
EBAD 126-129: DAF MB200DKDL600 -Van Rooijen, 1974 (later VSN/ESO nrs 1435-1438)
De EBAD 126-129 uit 1974 waren normale standaardbussen. Het meest opvallende verschil met de door Den Oudsten geleverde exemplaren was het interieur. Bij de EBAD waren ze streekgeel met lichtblauwe schortplaten die ze verloren toen ze in 1978 naar het VSL gingen. Daar kregen ze de VSL nummers 4-247 tot en met 4-250 en de administratieve centrale nummers 1435-1438. De 4-250 werd in 1985 verkocht aan een particulier te Arendonk in België, de andere drie gingen in augustus 1986 naar Zaire.
Onze Tram 89-90: DAF MB200DKDL600 -Van Rooijen, 1980
De laatste twee Van Rooijen standaard streekbussen en tevens de laatste bussen voordat het bedrijf overging in handen van Den Oudsten waren de Onze Tram 89-90. Deze twee bussen hadden een normaal standaard streekbus interieur maar vielen onmiddellijk op door de grote DAF letters en het Van Rooijen embleem op het front. Ook hadden ze weer de deuren met rechte hoeken, zoals alle Van Rooijen standaard bussen. Ze waren uitgerust voor dagtochten en hadden daarvoor radio en asbakjes. Ze waren streekgeel en gingen in juli 1983 over naar de BBA waar ze de nummers 786 en 787 kregen. De 786 werd in 1991 na een ongeval afgevoerd, de 787 werd in 1995 ingeruild bij Den Oudsten. Foto: Wouter van der Brugghen
Leyland-(Verheul) LVB668 -Van Rooijen
EBAD 120-122: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1972 (later VSN/ESO nrs 35-37)
Eind 1972 bouwde Van Rooijen zijn eerste drie standaard bussen op Leyland-Verheul LVB668 chassis. Deze waren voor de EBAD in Beek. Ze verschilden van de door Den Oudsten gebouwde standaard streekbussen door het andere interieur, de deuren met rechte hoeken, en de opening in het front. Dit laatste kwam overigens niet voor bij latere Leyland-Van Rooijen bussen. Deze drie bussen werden geleverd in het streekgeel met lichtblauwe schortplaten. In 1978 gingen ze naar het VSL, via de NAO, en kregen de nummers 2-169 tot en met 2-171, met de administratieve ESO nummers 35-37. De 169 en 170 gingen in 1983 naar de sloop, de 171 vertrok in 1984 naar Zaire.
IAO 48: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1973
Eind 1973 leverde Van Rooijen drie standaard streekbussen op Leyland-Verheul LVB668 chassis aan Meussen en de IAO. Ze waren waarschijnlijk samen besteld want de bouwnummers waren 837-839 in de volgorde Meussen 39, IAO 48 en Meussen 40. Ze verschilden van de bijna een jaar eerder aan de EBAD geleverde bussen door het ontbreken van de opening in het front. De IAO 48 ging in april 1986 naar ROLEV mode in Udenhout en werd nog jaren gebruikt als modeshowwagen. Deze bus had de grote Leyland-letters op het front zoals de latere Leyland-Van Rooijen ook zouden krijgen. Mogelijk is dit er echter later pas opgeplakt.
Meussen 39,40: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1973 (later VSN/ESO nrs 41,42)
De Meussen 39 en 40 van eind 1973 waren samen met de IAO 48 gebouwd en waren gelijk aan deze bus. Ze gingen in 1980 naar het VSL en werden de 3-175 en 3-176 met de administratieve ESO-nummers 41 en 42. De 175 ging in 1985 naar Zaire, de 176 werd in februari 1984 verkocht aan IAO-Van Kan waar hij het nummer 55 kreeg en in 1987 werd afgevoerd. De eerste IAO 55, van hetzelfde model, was per 1 januari 1984 overgegaan naar het VSL. De IAO heeft dus twee Leyland-Van Rooijen standaard streekbussen met nummer 55 gehad!
IAO 37: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1974
Maart 1974 kreeg de IAO-van Kan een Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen met achteruitstap. Wat bij deze bus ook opviel was de brede witte rand onder de voorruit. Ook de latere IAO bussen hadden deze brede rand, al was die dan grijs. De 37 ging niet over naar het VSL maar bleef bij de IAO-Van Kan, die later gewoon als Van Kan verder ging.
Meussen 41: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1974 (VSN/ESO nr 43)
De Meussen 41 uit 1974 werd geleverd met 86 kinderzitjes en was uitsluitend bedoeld voor het vervoer van kinderen van dagverblijf Kleuterdal in Maastricht. Hij ging in deze functie mee over naar het VSL in 1980 en kreeg nummer 4-177. Het administratieve ESO nummer werd 43. Vanwege de speciale uitvoering bleef hij langer in dienst dan de overige Meussen Leylands. Eind 1988 werd het interieur overgezet in een andere bus en werd hij afgevoerd voor sloop. Deze bus had een smalle uitstap achter de achteras. Op latere leeftijd kreeg hij nog een echt Leyland Worldmaster embleem van een oude bus.
IAO 50-53: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1975 (VSN/ESO nrs 51,48,52,49)
IAO 54-55: Leyland LVB668 -Van Rooijen, 1976 (VSN/ESO nrs 53,50)
In de jaren 1975-1976 kreeg de IAO nogmaal 6 Leyland- Van Rooijen bussen. Zoals gebruikelijk waren de even nummers van Romkes en de oneven nummers van Van Kan. De bussen waren in de normale standaard uitvoering maar hadden een afwijkend interieur en de bekende deuren met rechte hoeken. Bij deze bussen zijn de ruiten in de achterdeur lager dan de zijruiten, bij eerder geleverde bussen zaten deze op gelijke hoogte. Ze hadden in grote letters Leyland op het front staan. De 54 en 55 uit 1976 hadden chassis die door Leyland België geassembleerd waren en die Leyland LVB668 in plaats van Leyland-Verheul LVB668 genoemd werden. Alle 6 bussen kwamen bij het VSL terecht, de IAO-Van Kan 51, 53 en 55 in 1984, de IAO-Romkes 50, 52 en 54 in juni 1986. Ze kregen respectievelijk de nummers 6-182, 5-183, 6-184 (administratieve ESO nummers 48-50) en 5-186, 5-187, 6-188. Theoretisch zouden de laatste 3 de administratieve ESO-nummers 51-53 moeten hebben gehad, maar deze schijnen nooit te zijn toegewezen. Deze 3 bussen zijn bij het VSL waarschijnlijk ook niet meer gebruikt, want in augustus 1986 werden ze samen met de 182 en 183 naar Zaire verkocht. Alleen de 184 (ex 55) hield het nog tot 1989 uit en werd toen ook naar Zaire verkocht.
Meussen 42-44: Leyland-Verheul LVB668 -Van Rooijen, 1975 (later VSN/ESO nrs 44-46)
Meussen 45: Leyland LVB668 -Van Rooijen, 1976 (later VSN/ESO nr 47)
In de jaren 1975-1976 kreeg Meussen zijn laatste 4 Leyland- Van Rooijen bussen. Ze waren gelijk aan de IAO 50-55 die in dezelfde periode werden geleverd. Alleen hadden ze niet de extra brede rand onder de voorruit die zo opviel bij de IAO exemplaren. Ze werden streekgeel geleverd en verwisselden in 1980 hun Meussen logo's voor die van het VSL. Hierbij kregen ze de nummers 5-178, 5-179, 5-180 en 6-181 en de administratieve ESO-nummers 44-47. Net als bij de IAO bussen 50-55 zijn de ruiten in de achterdeur lager dan de zijruiten, terwijl bij eerder geleverde bussen deze op gelijke hoogte zaten. Ze hadden in grote letters Leyland op het front staan. De 45 uit 1976 had een chassis dat door Leyland België geassembleerd was en dat Leyland LVB668 in plaats van Leyland-Verheul LVB668 genoemd werd. In augustus 1986 werden ze samen met IAO bussen naar Zaire verkocht, nauwelijks 10 en 11 jaar oud.